Heden, achtentwintig december tweeduizend twintig, verscheen voor mij, MR.IMKE MARIA ADRIANA JOHANNA DEN DRIJVER-PIGMANS, notaris met plaats van vestiging de gemeente Maasdriel:
mevrouw xx, geboren te xx op xx, met kantooradres:
Kerkstraat 53 A te Kerkdriel, houdster van paspoort met nummer xx;
ten deze handelend als schriftelijk gevolmachtigde – zulks blijkens een aan deze akte vast te hechten onderhandse akte – van: xx, geboren te xx op xx, wonende xx te 5331 xx Kerkdriel.
De comparante verklaarde bij deze akte een stichting op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:
Naam en Zetel
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Stichting Dorpsraad Kerkdriel.
2. Zij heeft haar zetel te Kerkdriel (gemeente Maasdriel).
Werkgebied/Doel/Vermogen
Artikel 2
1. Het werkgebied van de stichting omvat het gebied dat binnen de gemeente Maasdriel bekend staat als het dorp Kerkdriel.
2. De stichting heeft ten doel:
a. het bevorderen van de leefbaarheid in het werkgebied van de stichting en het bevorderen van het welzijn van haar inwoners.
b. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
3. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
a. het inventariseren van wensen en behoeften van de bevolking en het pogen, in samenwerking met particuliere initiatieven en de overheid, daaraan tegemoet te komen;
b. het ontwikkelen van initiatieven en activiteiten die in het kader van de leefbaarheid door de bevolking wenselijk worden geacht;
c. het bevorderen van overleg en samenwerking tussen groepen, verenigingen en instellingen in het werkgebied van de stichting in het belang van goede onderlinge verhoudingen en samenhang van voorzieningen;
d. het verstrekken van informatie aan de bevolking in het werkgebied van de stichting en derden die van belang is voor het bevorderen van de leefbaarheid, onder meer door het in stand houden van een website en social media kanalen;
e. het bieden of doen bieden van ondersteuning op het gebied van bestuurlijke en financiële zaken aan instellingen en organisaties binnen de dorpsgemeenschap Kerkdriel.
4. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
a. subsidies;
b. donaties en vaste bijdragen;
c. schenkingen, legaten en erfstellingen;
d. alle overige bijdragen, baten en inkomsten.
Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen (en beloning)
Artikel 3
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie bestuurders en maximaal zeven bestuurders. De bestuursleden dienen in het werkgebied van de stichting woonachtig te zijn. Bestuurslid kunnen niet zijn diegene die op gemeentelijk (gemeente Maasdriel) of provinciaal (provincie Gelderland) niveau een politieke functie bekleden.
2. De bestuurders worden benoemd (uit meerderjarige inwoners van het werkgebied) en geschorst door het bestuur.
3. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.
4. De bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden na vier jaar gelijktijdig af en zijn voor nog één aaneengesloten periode van vier jaar herbenoembaar.
5. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
6. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden.
7. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
Bijeenkomst van inwoners
Artikel 4
1. Het bestuur van de stichting belegt minstens éénmaal per jaar een bijeenkomst van inwoners, waarvoor alle inwoners van het werkgebied worden uitgenodigd. Voorts wordt een dergelijke vergadering gehouden zo dikwijls als de voorzitter of twee andere bestuursleden zulks verzoeken.
2. De wijze waarop de uitnodiging geschiedt, wordt door het bestuur vastgesteld. De uitnodiging geschiedt minstens tien dagen voor de
bijeenkomst van inwoners, met vermelding van de te behandelen onderwerpen.
3. Op de jaarlijkse bijeenkomst van inwoners brengt het bestuur van de stichting verslag uit van de werkzaamheden van het afgelopen jaar. Het bestuur doet mededeling van – en legt ter discussie voor – het werkprogramma voor het komende jaar.
Bestuur: taak en bevoegdheden
Artikel 5
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Bestuur: vergaderingen
Artikel 6
1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden te Kerkdriel, op de plaats als bij de oproeping is bepaald.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten. Daarnaast wordt elk kwartaal een vergadering gehouden. Deze vergaderingen zijn openbaar en voor iedere inwoner van Kerkdriel toegankelijk.
3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders daartoe de oproeping doet. Het bestuur kan bepalen dat deze vergaderingen niet openbaar zijn.
4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een oproepingsbrief. Deze oproepingsbrief dient voor de vergaderingen als in lid 2 bedoeld, in het openbaar te worden gepubliceerd.
5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd, alsmede bij de vergaderingen als in lid 2 bedoeld iedere inwoner van Kerkdriel.
9. De notulen van de vergaderingen zijn openbaar en voor alle inwoners in het werkgebied toegankelijk en beschikbaar, met uitzondering van de notulen van de niet openbare bestuursvergaderingen.
Bestuur: besluitvorming
Artikel 7
1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of
vertegenwoordigd is.
Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst.
Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
2. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
3. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard.
4. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
5. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
6. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
7. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.
Bestuur: defungeren
Artikel 8
Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden;
d. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
e. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek;
f. door verhuizing buiten het werkgebied van de stichting.
Vertegenwoordiging
Artikel 9
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
3. Tegen een handelen in strijd met artikel 5 kan tegen derden beroep worden gedaan.
4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Boekjaar en jaarstukken
Artikel 10
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen drie maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Reglement
Artikel 11
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen.
4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 12 lid 1 van toepassing.
Statutenwijziging
Artikel 12
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met drie/vierde meerderheid worden genomen in een vergadering waarin twee/derde van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.
3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening
Artikel 13
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 12 lid 1 van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld. In andere gevallen van ontbinding wordt de bestemming van het liquidatiesaldo door de vereffenaars vastgesteld.
4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing
Slotbepalingen
Artikel 14
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt opéénendertig december tweeduizend éénentwintig.
Slotverklaring
Ten slotte verklaarde de comparante dat bij deze oprichting:
a. het bestuur bestaat uit drie bestuurders;
b. voor de eerste maal zijn bestuurders, in de achter hun naam vermelde
functie:
1. de heer Christiaan Jacobus Adrianus Ackermans, in de functie van voorzitter;
2. mevrouw Martha Maria van der Tas, in de functie van secretaris;
3. de heer Dave van Hummel, in de functie van penningmeester.
WAARVAN AKTE is verleden te Kerkdriel op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De comparante is mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan haar opgegeven en toegelicht. De comparante heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen.
Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst doorde comparante en vervolgens door mij, notaris.
(Volgen handtekeningen)